De Grand Tour Vanaf 1890 tot aan de start van de eerste wereld oorlog ondernamen rijke Amerikanen de Grand Tour van Europa. Ze gingen alle belangrijke landen en steden langs in 60 dagen. Amsterdam stond op de agenda op dag 24 en 25. De Amerikaanse toeristen namen graag een souvenir mee van de plaatsen die ze aan deden op deze trip. Een van de favoriete items om te kopen waren zilveren lepels van de steden die ze bezocht hadden. Deze waren namelijk makkelijk om mee terug te nemen. Maar als je echt iets bijzonders wilde dan kocht je een lepel met een handgeschilderd portret van de koning, koningin of staatshoofd van het land wat je had bezocht. De koningen, koninginnen en staatshoofden waren in die periode belangrijke figuren en dus werden hun portretten met de hand geschilderd door hoog gekwalificeerde miniatuur schilders in de kom van de lepel aangebracht. Daarna werd er ter bescherming een emaille laagje over aangebracht. Deze lepels werden vrijwel altijd op bestelling gemaakt en waren erg duur in aanschaf. Dit is de reden waarom ze erg zeldzaam en zeer gewild zijn . Hier enkele voorbeelden: